Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
In het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht schreven Corrette Ploem en Merel Spaander, van het Law Centre for Health en Life, meer over het juridische kader voor het postmortale gebruik van embryo's in Nederland.

De rechtbank in Den Haag deed recentelijk uitspraak in een zaak waarin een vrouw gebruik wilde maken van kunstmatige voortplanting na overlijden van haar man. Probleem was echter dat de kliniek voornemens was de embryo's te vernietigen omdat haar man geen schriftelijke toestemming voor postmortaal gebruik had gegeven, een eis van de Embryowet. Dat dat niet was gebeurd was echter te wijten aan de fertiliteitskliniek die had nagelaten het koppel te informeren over deze mogelijkheid. In dit artikel verdiepen Corrette Ploem en Merel Spaander zich in de regels voor postmortale voortplanting, reflecteren ze hierop en geven ze aan hoe die mogelijk verbeterd zouden kunnen worden. 

Prof. mr. M.C. (Corrette) Ploem

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Gezondheidsrecht

M.M. (Merel) Spaander MSc LLM

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Gezondheidsrecht