Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Waren onze medische gegevens altijd al belangrijk voor zorgverlening en wetenschappelijk onderzoek, door de opkomst van AI en andere nieuwe technologieën, zoals gezondheidsapps en de nieuwste DNA-analysetechnieken, is die rol nog veel groter geworden. Tijdens de Najaarsvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht in 2023 onderstreepte Corrette Ploem, van het Law Centre for Health and Life, het belang van privacybescherming en zeggenschap in verband met de steeds intensievere gegevensuitwisseling binnen de zorg, zeker nu de Europese Unie vooral nadruk lijkt te leggen op het belang van het delen van data voor technologieontwikkeling.

Europese ruimte voor gezondheidsgegevens

De EU heeft voor het delen van data ambitieuze plannen. Op dit moment werkt zij aan een Europese ruimte voor gezondheidsgegevens (EHDS): een veilige en interoperabele digitale ruimte voor het delen en gebruiken van gezondheidsdata. De EU hoopt daarover in het eerste kwartaal van 2024 een akkoord te bereiken. Kern van het plan is dat ziekenhuizen en andere zorginstellingen verplicht zullen worden patiëntgegevens via de Europese dataruimte beschikbaar te stellen zodat deze vanuit iedere lidstaat toegankelijk zijn voor hulpverlening, onderzoek en beleid. Opmerkelijk is dat patiënten in de oorspronkelijke versie van de EHDS helemaal niets te zeggen hadden over die beschikbaarstelling; onder druk van onder andere het Europees Parlement kunnen ze tegen het delen van hun data nu in elk geval 'bezwaar' maken.

Databescherming in Nederlands

In haar presentatie benadrukte Ploem het belang van zoveel mogelijk zeggenschap en van heldere wetgeving waarin die verankerd is. Bij voorkeur, zo bepleitte ze, zou de zeggenschap van patiënten over wat er met hun gezondheidsgegevens gebeurt in één centrale wet geregeld moeten worden. 

Ik denk daarbij met name aan de WGBO, de regeling in het BW die de plichten van de hulpverlener en de rechten van de patiënt formuleert. Corrette Ploem

In haar pleidooi voor zeggenschap over eigen gegevens refereerde Ploem aan de grondslagen hiervan: het beroepsgeheim en het recht op bescherming van informationele privacy. Ook wees zij op de noodzaak van zelfregulering. 

Wetgeving geeft de formele kaders waarbinnen door artsen en andere zorgprofessionals afwegingen moeten worden gemaakt. Die kaders zijn, zoals gezegd, belangrijk, maar zeker niet voldoende. Om in de praktijk wetgeving 'tot leven te brengen', zijn concrete spelregels en richtlijnen nodig. Corrette Ploem

Ploem bracht ten slotte ook naar voren dat van absolute zeggenschap over eigen gegevens geen sprake kan zijn. Uiteraard behoeven andere waarden binnen de samenleving ook bescherming, zoals die van het genereren van nieuwe kennis en inzichten binnen de geneeskunde. Maar niettemin rust er op instellingen en hulpverleners een 'inspanningsplicht' om patiënten binnen de kaders van wet en zelfregulering zoveel mogelijk zeggenschap te bieden.

Vertrouwen van mensen win je niet door zeggenschap over eigen gegevens te relativeren in het licht van het belang van bijvoorbeeld kennisvermeerdering door onderzoek; vertrouwen win je eerder door het belang van zeggenschap te erkennen en er zo goed mogelijk vorm aan te geven. Corrette Ploem
Prof. mr. M.C. (Corrette) Ploem

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Gezondheidsrecht