AI wordt steeds vaker ingezet in de geestelijke gezondheidszorg voor uiteenlopende taken, zoals administratieve ondersteuning, digitale therapieën, patiëntmonitoring en besluitvorming door professionals. Hoewel AI-systemen de toegankelijkheid kunnen vergroten, behandelingen kunnen personaliseren en de druk op de zorg kunnen verlichten, brengen ze ook aanzienlijke ethische en praktische uitdagingen met zich mee. Denk hierbij aan privacykwesties, mogelijke bias, overmatige surveillance en het risico op ontmenselijking van de zorg. 

De studie onderzoekt of de recent aangenomen AI-wet deze zorgen voldoende adresseert en biedt aanbevelingen voor een verantwoorde implementatie van AI. Belangrijke voorstellen zijn onder meer een solide regelgeving, transparantie, een op mensenrechten gerichte benadering en de actieve betrokkenheid van getroffen gemeenschappen bij de ontwikkeling van AI-beleid. Hannah van Kolfschooten’s bijdrage richt zich op de juridische en beleidsmatige aspecten van AI in de geestelijke gezondheidszorg en benadrukt het belang van ethische waarborgen en eerlijke toegang tot zorg