1 april 2022
De boerenactiegroep Agractie neemt met name aanstoot aan de slogans “Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed” en “Kalfjes worden direct na de geboorte weggehaald bij hun moeder” op de posters van de antizuivelcampagne van Dier&Recht. Ze voelen zich weggezet als dierenmishandelaars en vinden dat deze uitspraken de goede naam van de zuivelindustrie schaden. In het kort geding bij de rechtbank Amsterdam vordert Agractie dat alle posters met de desbetreffende tekst van straat worden gehaald. Als Agractie in het gelijk wordt gesteld, besluit Dier&Recht in hoger beroep te gaan. Bij het Gerechtshof Amsterdam beroept Dier&Recht zich wederom op haar recht op vrijheid van meningsuiting. Actievoeren in het belang van de gezondheid en het welzijn van dieren valt immers onder de vrijheid van meningsuiting. Tot diens teleurstelling, oordeelt het Hof opnieuw in het nadeel van Dier&Recht. Zij concludeert dat de postercampagne onrechtmatig is jegens Agractie vanwege onvoldoende feitelijke bewijs dat het weghalen van kalveren bij de moeder direct bij de geboorte ernstig dierenleed veroorzaakt.
De tekst "Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed" wordt door het Hof zonder meer bestempeld als een feitelijke bewering
Van Kolfschooten en Spaander stellen allereerst dat het Hof voorbij gaat aan het elang dat Dier&Recht heeft bij de antizuivelcampagne, namelijk de bescherming van de gezondheid. Daarnaast betwijfelen zij of het Hof het recht op vrijheid van meningsuiting op de juiste wijze heeft geïnterpreteerd, uitgaande van het brede beschermingsbereik dat hieraan is toegekend in de jurisprudentie van het Europese Hof van de Rechten van de Mens. Ook vragen zij zich af of het terecht is dat het Hof de tekst "Zuivel veroorzaakt ernstig dierenleed" zonder meer bestempelt als een feitelijke bewering. Zij beargumenteren dat het eerder gaat om een waardeoordeel dat 'ernstig leed' open staat voor subjectieve interpretatie en waardering door Dier&Recht. Bovendien is deze interpretatie en waardering weldegelijk onderbouwd met wetenschappelijk bewijs, dat het Hof dit bewijs onvoldoende acht, komt volgens Van Kolfschooten en Spaander door de manier waarop het Hof dit bewijs waardeert.
De auteurs concluderen dat de vrijheid van meningsuiting van Dier&Recht onterecht beperkt wordt.